De Raad van State heeft een duidelijk signaal afgegeven aan de gemeente Someren: stop met discrimineren als het gaat om huisvesting, met name van arbeidsmigranten. Dit oordeel komt voort uit een zaak aangespannen door de Lieropse groenteteler Adrie van den Einden, die betoogde dat de gemeente onrechtmatig onderscheid maakt in huisvestingsregelingen.
In een tussenuitspraak over het omvangrijke bestemmingsplan Buitengebied Someren-Deelgebied 2 heeft de Raad van State (RvS) duidelijk gemaakt dat discriminatie op basis van afkomst niet getolereerd wordt volgens de Grondwet. De gemeente Someren maakt in haar huisvestingsregeling ten onrechte onderscheid tussen Nederlanders en personen die naar Nederland komen om arbeid te verrichten en inkomen te verwerven, maar elders hun hoofdverblijf hebben. Dit is een schending van fundamentele rechten.
Het is van belang om te benadrukken dat arbeidsmigranten dezelfde rechten en plichten hebben als mensen met de Nederlandse nationaliteit. Deze gelijkheid wordt soms over het hoofd gezien, maar de recente uitspraak van de RvS bevestigt dit nogmaals.
De zaak draait voornamelijk om twee voormalige veehouderijbedrijven in Someren. Van den Einden, die verschillende groenten teelt, wil meer ruimte voor zijn intensieve teelt en voor de huisvesting van arbeidsmigranten nabij de akkers. De rechter heeft Van den Einden op sommige vlakken gelijk (of op zijn minst het voordeel van de twijfel) gegeven.
Zo wil Van den Einden op één van de locaties vier extra arbeidsmigranten laten wonen. De RvS stelt echter dat hij hierover nadere afspraken moet maken met de gemeente. Op een andere locatie wil Van den Einden de oude bebouwing slopen en een nieuwe bedrijfswoning voor arbeidsmigranten plaatsen. Hierover dient volgens de RvS nog uitgebreider overleg tussen beide partijen plaats te vinden.
Het is belangrijk aan te geven dat deze uitspraak niet betekent dat Van den Einden nu onbeperkt huisvesting voor arbeidsmigranten kan bouwen. De gemeente krijgt twintig weken de tijd om eventuele fouten en omissies in het gebruik van de bedrijfslocaties te herstellen, voordat de Raad van State een eindoordeel velt.
Deze zaak brengt het belang van gelijke behandeling en non-discriminatie in huisvestingskwesties (met name voor arbeidsmigranten) maar weer eens extra onder de aandacht. Want iedereen, ongeacht zijn of haar afkomst, heeft recht op gelijke kansen en rechten in onze samenleving.
We vertellen je graag meer. Laat je e-mail adres achter en wij nemen zo spoedig mogelijk contact met je op.